Biogen stopt Aducanumab onderzoek
Datum: 22 maart 2019Gisteren werd bekend gemaakt dat de farmaceut Biogen stopt met het fase 3 onderzoek naar Aducanumab bij de ziekte van Alzheimer. Dit besluit werd gebaseerd op een zogenaamde futiliteitsanalyse. Dit is zeer teleurstellend nieuws voor patiënten en het veld.
Fase 3 onderzoek naar Aducanumab
Aducanumab is een monoclonaal antilichaam gericht tegen de amyloid plaque. Het fase 3 onderzoek naar Aducanumab in Nederland vond o.a. plaats bij het Brain Research Center, partner van Alzheimercentrum Amsterdam. In het onderzoek kregen patiënten met milde cognitieve stoornissen (MCI) of beginstadium van de ziekte van Alzheimer het middel toegediend. Directeur van het Brain Research Center en neuroloog Niels Prins laat weten de uitslag zeer teleurstellend te vinden. “We hadden positieve verwachtingen over de werking van Aducanumab bij deze patiëntenpopulatie en vinden het zeer teleurstellend voor alle deelnemers die zich hebben ingezet voor dit onderzoek”, aldus dr. Prins.
Futiliteitsanalyse
Een futiliteitsanalyse wordt uitgevoerd door een onafhankelijke commissie van wetenschappers (DSMB). Zij krijgen periodiek inzage in de data van het lopende fase 3 onderzoek. De commissie kijkt alleen naar de primaire uitkomstmaat, in dit geval de Clinical Dementia Rating score (CDR-SOB), een maat voor de ernst van dementie. De commissie doet uitspraak of verwacht kan worden dat aan het eind van het onderzoek het eindpunt een statistisch significant verschil zal tonen tussen de behandelde groep en de placebo groep. Indien dit niet het geval is, wordt het onderzoek ‘futiel’ geacht en wordt advies gegeven om het onderzoek te stoppen. In het wereldwijd lopende fase 3 onderzoek naar Aducanumab acht de DSMB de kans dat er een effect gevonden wordt op de primaire uitkomstmaat futiel. Hierop heeft Biogen besloten het onderzoek te staken. De beslissing om te stoppen met dit onderzoek heeft ook invloed op de start van het fase 2 onderzoek EVOLVE en de lange termijn extensie van fase 1 onderzoek PRIME. Deze zullen ook worden gestopt.
Lees het persbericht van Biogen hier.
Wat het stoppen van het Aducanumab onderzoek niet betekent:
- Er is alleen gekeken naar de verwachting dat de primaire uitkomst gehaald zou worden. We weten dus niet hoe de rest van de data er uit zien, zoals het effect op de amyloid PET scan en het effect op allerlei andere uitkomstmaten. Deze uitkomsten zijn van groot belang om van te leren voor het ontwerpen van volgend onderzoek.
- De uitkomst van de futiliteitsanalyse betekent niet dat de amyloid hypothese niet meer relevant is voor de ziekte van Alzheimer, maar wel dat het moeilijk is om met een monoclonaal antilichaam een effect te bewerkstelligen dat klinisch relevant is bij patiënten die de ziekte al hebben en klinisch zijn aangedaan.
- Het stoppen van het fase 3 onderzoek met Aducanumab betekent niet dat andere onderzoeken gericht op amyloid, zoals de BAN2401 en de Gantenerumab ook gaan stoppen.
- Het stoppen van het fase 3 onderzoek met Aducanumab betekent niet dat BIOGEN zou stoppen met ontwikkelen van geneesmiddelen tegen Alzheimer; in tegendeel, ze hebben een grote portfolio aan nieuwe stoffen, o.a. gericht tegen het eiwit tau.
Grote teleurstelling voor nu
Het stoppen van dit onderzoek betekent een grote teleurstelling voor de patiënten die aan het onderzoek meedoen, maar ook voor de patiënten van morgen die gehoopt hadden op een medicijn. Voor het veld is het stoppen van dit onderzoek weer een bewijs dat bemoedigende resultaten in fase 1 onderzoek geen garantie geven op een positief resultaat in fase 3. Dit geeft ook aan dat geneesmiddelen ontwikkeling voor de ziekte van Alzheimer een taaie, langdurige en moeilijke kwestie is. Het is van belang om kleine stappen te zetten en het bewijs langzaam en degelijk op te bouwen. De uitkomst van de futiliteitsanalyse geeft een aanwijzing dat een interventie mogelijk nog vroeger in het ziekteproces moet plaatsvinden. Er is zeker hoop dat het mogelijk is nieuwe geneesmiddelen tegen alzheimer te vinden. Er lopen een groot aantal (internationale) studies met nieuwe medicijnen die op verschillende manieren aangrijpen op de ziekte. Deelname van patiënten aan deze studies is van groot belang voor het vinden van een oplossing.
Ondanks het stopzetten van dit specifieke onderzoek, blijven Alzheimercentrum Amsterdam en Brain Research Center zich onvermoeid inzetten voor het vinden van medicijnen tegen de ziekte van Alzheimer en andere hersenziekten. Met een grotere (internationale) inspanning van alle relevante partijen zullen we uiteindelijk ons doel bereiken.
Philip Scheltens, neuroloog en directeur Alzheimercentrum Amsterdam
Niels Prins, neuroloog en directeur Brain Research Center