Ons doel voor deze studie was om te beschrijven hoe arts-patiënt communicatie verloopt tijdens het diagnostisch proces in de geheugenpolikliniek.
Analyseren van gesprekken tussen artsen en patiënten
In 8 geheugenpoliklinieken in Nederland, hebben we gesprekken opgenomen tussen 41 clinici (met name artsen) en 136 nieuwe patiënten en hun naasten. Twee gesprekken namen we op: het eerste gesprek op de poli (voorafgaand aan diagnostisch testen) en het uitslaggesprek (na diagnostisch testen). Voor deze studie hebben we een codeerschema ontwikkeld, en daarmee hebben we het gedrag van clinici en patiënten tijdens deze gesprekken gecategoriseerd. Wij keken in het bijzonder naar gedragingen van de arts, waarmee zij of hij actieve betrokkenheid en participatie van patiënten tijdens het gesprek kan stimuleren. Dit gaat bijvoorbeeld om het uitnodigen tot het stellen van vragen, of de patiënt betrekken in besluiten over diagnostisch testen. Patiënten en naasten vulden na elk opgenomen gesprek ook vragenlijsten in.
Gedeelde besluitvorming belangrijk in afstemming vervolgtraject
Resultaten lieten zien dat clinici vaak, maar niet altijd, informatie gaven over diagnostisch testen en de resultaten van elk van deze testen. Ze nodigden echter patiënten en naasten weinig uit tot het stellen van vragen en checkten zelden of zij de informatie begrepen hadden. Ook werden patiënten in beperkte mate actief betrokken bij besluiten die werden genomen over diagnostisch testen (wel of niet testen, en welke testen). Op hun beurt, gaven patiënten en naasten zelden aan hoeveel en welke informatie ze wilden en dat ze betrokken wilden zijn. Ongeveer een kwart van hen had echter wel meer informatie willen ontvangen.
Het expliciet betrekken van patiënten en naasten, bijvoorbeeld in de vorm van gedeelde besluitvorming, zou de kwaliteit van zorg die geboden wordt in geheugenpoliklinieken kunnen bevorderen. Dit stelt clinici namelijk beter in staat om de diagnostiek en het vervolgtraject af te stemmen op de behoeften en voorkeuren van de individuele patiënt.
Meer lezen? U vindt het wetenschappelijke artikel hier.