Genen spelen een rol bij de ziekte van Alzheimer
Naast een gen dat al langer bekend is, zijn inmiddels tientallen andere genen bekend die betrokken zijn bij de ziekte van Alzheimer. Toch weten we nog niet goed hoe die genen bijdragen aan Alzheimer hersenschade. In dit onderzoek combineerden we informatie over 39 genen tot één risicoscore. We lieten zien dat al deze genen samen bijdragen aan Alzheimer hersenschade, zoals de ophoping van de eiwitten amyloid en tau, en hersenatrofie. Bovendien lieten we zien dat de gecombineerde genen voorspellende waarde hadden voor het ontwikkelen van dementie. Overigens was die voorspellende waarde nog verre van perfect. Op dit moment is het dus vooral interessant voor wetenschappers, omdat we zo leren hoe de ziekte ontstaat.
Nieuwe ideeën voor therapieën
De resultaten leren ons meer over hoe de ziekte van Alzheimer ontstaat. Nu we hebben gevonden dat deze genen samen bijdragen aan Alzheimer hersenschade, kunnen we onderzoeken hoe deze processen, die worden aangestuurd door deze genen, precies verlopen. Zo kan dit uiteindelijk leiden tot nieuwe therapieën en interventies. Ook kunnen we met behulp van onze genetische risicoscore beter inschatten welke mensen het meeste risico hebben op Alzheimer hersenschade, en welke mensen dus het meeste baat hebben bij therapieën.
Een genetische risicoscore
Van een grote groep deelnemers hadden we informatie over meerdere risicogenen. De informatie over deze genen hebben we gecombineerd in één risicoscore. Deze risicoscore hebben we gerelateerd aan biomarkers voor Alzheimer hersenschade, gemeten met hersenvocht, PET-scans en MRI-scans. De deelnemers werden gedurende langere tijd gevolgd, en met behulp van cognitieve tests werd gekeken of mensen achteruit gingen.