Sekseverschillen, een onderwerp waar hedendaagse media veel aandacht aan besteden en waar veel discussie over wordt gevoerd. Voor de duidelijkheid, ik verwijs in deze blog met man en vrouw naar het biologische geslacht. In de wetenschap worden sekseverschillen nog te vaak onderbelicht. Zo ook in het onderzoek naar frontotemporale dementie (FTD).
Frontotemporale dementie
FTD is een vorm van dementie waarbij voornamelijk veranderingen in het gedrag, persoonlijkheid en de taal optreden. Deze symptomen worden veroorzaakt doordat het volume van het hersenweefsel in de frontaal en temporaalkwab afneemt. FTD ontstaat vaak op relatief jonge leeftijd, namelijk onder de 65 jaar. Meer informatie over FTD kunt u lezen op de pagina vormen van dementie – frontotemporale dementie op deze website.
Sekse verschillen in FTD
Toen ik begon met werken in het alzheimercentrum, viel mij op dat wij meer mannen met FTD zagen dan vrouwen met FTD. In de destijds beschikbare literatuur over FTD, was er geen eenduidige man:vrouw verhouding gerapporteerd. In diezelfde periode verscheen een studie waarin naar de sekse-distributie werd gekeken bij de genetische variant van FTD. In die groep was de man:vrouw verhouding nagenoeg gelijk. Het was echter niet bekend wat de geslachtsverhouding was in de sporadische variant van FTD. Zijn de mannen in die groep in de meerderheid?
Uitkomst onderzoek
In ons onderzoek hebben wij de sekse-distributie in elk van de klinische vormen van FTD van zowel de genetische als sporadische variant van FTD bepaald in een groot internationaal onderzoek. Samen met collega-onderzoekers uit Australië, Canada, Duitsland en Italië hebben wij gevonden dat er meer mannen zijn met sporadische gedragsvariant van FTD dan vrouwen.
Verklaring
Een verklaring voor dit sekseverschil hebben wij nog niet. Wel exploreren wij enkele hypotheses in ons artikel. Allereerst, kan er sprake zijn van biologische oorzaken zoals geslachtsgebonden overerving of een hoger sociaal cognitieve reserve bij vrouwen. Daarnaast zouden omgevingsfactoren die bij mannen vaker voorkomen, een rol kunnen spelen. Of zijn er eigenlijk wel evenveel mannen en vrouwen met FTD maar komen de vrouwen met FTD lang niet altijd in onze kliniek terecht? Dit kan komen omdat de manier waarop de ziekte zich uit verschilt per geslacht en FTD dus minder goed (h)erkend wordt in vrouwen, met een misdiagnose als gevolg. Oftewel, moeten we de vraag: waarom zien we meer mannen met FTD? veranderen in: waar zijn de vrouwen met FTD?
Nut van de studie
Het verschil in sekse-distributie in de sporadische gedragsvariant van FTD doet vermoeden dat er sekseverschillen zijn in de symptomen en in de etiologie van FTD. Wij hopen dan ook dat dit onderzoek ook andere FTD-onderzoekers aanspoort om op zoek te gaan naar een verklaring voor dit verschil vanuit zowel een biologisch als sociaal perspectief.
Wetenschappelijk onderzoek naar FTD behoeft inclusie van geslachtsdiversiteit, anders missen we de diagnose en de juiste zorg.