Demissionair minister Helder bijgepraat over dementie op jonge leeftijd

Op 21 september is het Wereld Alzheimer Dag. Daarom besteedt Alzheimercentrum Amsterdam, Amsterdam UMC met de jaarlijkse Alzheimer 10-daagse extra aandacht aan zorg, wetenschappelijk onderzoek en onderwijs over alzheimer en andere vormen van dementie. Op 18 september brengt demissionair minister Helder een bezoek aan Amsterdam UMC om zich te laten informeren over de unieke aanpak van Alzheimercentrum Amsterdam. Wetenschappelijk directeur Wiesje van der Flier: ”Bij ons gaan patiëntenzorg en onderzoek hand in hand. Want door deelname aan wetenschappelijk onderzoek helpen de patiënten van vandaag ons om de zorg voor de patiënt van morgen te verbeteren.”

Recente inzichten rond onderzoek naar dementie

Eén op de vijf mensen krijgt dementie. In Nederland zijn op dit moment ongeveer 290.000 mensen met dementie, in de meeste gevallen veroorzaakt door alzheimer. De verwachting is dat dit aantal in 2050 oploopt naar zo’n 500.000 Nederlanders. Minister Helder kent als geen ander de uitdagingen die dementie aan de maatschappij stelt. Met de Nationale Dementie Strategie zet het ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport (VWS) nadrukkelijk in op het verbeteren van zorg én het investeren in onderzoek naar alzheimer en andere vormen van dementie.

Demissionair minister Helder zegt daarover: “De wetenschappelijke ontwikkelingen in deze tijd stemmen mij hoopvol. Onderzoek naar preventie, diagnostiek, medicijnen en technologie draagt bij aan betere kwaliteit van leven voor mensen met dementie en brengt succesvolle behandelingen stap voor stap dichterbij.’’

Foto: ministerie van VWS.

Unieke focus dementie op jonge leeftijd

Alzheimercentrum Amsterdam richt zich met name op dementie op jonge leeftijd (jongdementie). Ongeveer 10 % van de mensen met dementie in Nederland krijgt dit vóór hun 65ste. Dat is dus een groep van zo’n 25.000 mensen. De ziekte uit zich vaak op andere wijze dan bij ouderen. Bijvoorbeeld omdat er problemen zijn met gedrag of taal, terwijl het geheugen relatief intact blijft. De ziekte wordt dan vaak niet herkend, simpelweg omdat je er niet aan denkt bij iemand van 55 jaar.

Medisch directeur Yolande Pijnenburg: “Te vaak zien we hier mensen die al jarenlang van het kastje naar de muur zijn gestuurd, bijvoorbeeld met een diagnose burn-out. Onbegrip heeft vaak geleid tot conflicten, ontslagen, of scheidingen. Wanneer ons team de diagnose stelt, is dat vaak een opluchting voor de familie. Zelfs al is er geen genezing mogelijk, het helpt toch om te weten wat er aan de hand is. En een accurate diagnose is een voorwaarde voor het inrichten van passende zorg”.

Binnen Amsterdam UMC werken verschillende disciplines, zoals neurologie, klinische chemie, nucleaire geneeskunde & radiologie en klinische genetica nauw met elkaar samen om de kennis over dementie op jonge leeftijd zo snel mogelijk vooruit te brengen. Van der Flier: “Resultaten uit het verleden zijn geen garantie voor de toekomst. Maar als ik zie wat de afgelopen 15 jaar ons gebracht hebben, dan ben ik heel hoopvol voor de komende 15 jaar”.