Artikel in RADAR+: Het laatste nieuws over alzheimer
Datum: 11 februari 2019In het consumentenlifestylemagazine en op de website van RADAR+ van AVROTROS/RADAR staat deze maand een interview met Philip Scheltens over ‘het laatste nieuws over alzheimer’.
Ook staat het magazine boordevol ideeën, oplossingen en tips die tijd en geld besparen en het leven daarom leuker en makkelijk maken.
Het laatste nieuws over alzheimer
tekst: Marte van Santen
Ruim een kwart miljoen Nederlanders lijdt aan een vorm van dementie, 70 procent van hen heeft de ziekte van Alzheimer. Onderzoekers werken keihard aan een oplossing, maar helaas kun je er nog niet van genezen. Toch is er hoop volgens neuroloog dr. Philip Scheltens. ‘Die doorbraak gaat er komen.’
Ruim 270.000 Nederlanders hebben dementie. Sinds 1950 is dat aantal meer dan vervijfvoudigd. De komende decennia zal het verder stijgen tot naar verwachting meer dan een half miljoen in 2045.
De speurtocht naar de oorzaak en behandeling van dementie is eigenlijk pas in de jaren tachtig serieus van de grond gekomen. Prof. dr. Philip Scheltens, neuroloog en directeur van het Alzheimer Centrum van het Amsterdam UMC: ‘Gelukkig kunnen we inmiddels steeds eerder en nauwkeuriger een juiste diagnose stellen. We begrijpen beter hoe het ziekteproces werkt. En we kennen een groot aantal genetische factoren dat alzheimer veroorzaakt dan wel het risico erop verhoogt. Dat alles maakt dat een werkzame therapie steeds dichterbij komt.
Zekerheid over de diagnose is een groot goed. Het geeft patiënten – en hun omgeving – de gelegenheid om hun aandoening te accepteren en ermee te leren omgaan. Als er meer tijd is om de benodigde zorg goed te regelen, kunnen patiënten bovendien langer thuis blijven wonen.
In de meeste gevallen zien we in het hersenvocht of iemand alzheimer heeft of niet. De uitkomst is echter niet altijd duidelijk. Dan biedt een zogenaamde PET-scan uitkomst. Een patiënt krijgt daarbij een kleine hoeveelheid radioactieve stof ingespoten, die zich vasthecht aan de alzheimereiwitten in de hersenen. Op de scanner licht die stof op, zodat we precies weten waar de grootste problemen zitten en hoe die zich ontwikkelen. Iets wat met een hersenvochttest niet kan. Een PET-scan geeft dus een duidelijker diagnose. Bovendien kun je erop zien of medicijnen effect hebben of niet. Dat is vooral voor het onderzoek naar nieuwe medicatie belangrijk. Tot voor kort werd de PET-scan bij alzheimer alleen bij wetenschappelijk onderzoek ingezet. Maar nu hij officieel voor diagnostisch gebruik is goedgekeurd, gaan steeds meer ziekenhuizen het in de dagelijkse praktijk toepassen.’
De nieuwe bloedtest
‘Afgelopen september was er een hoop te doen om een nieuwe bloedtest die we in het Amsterdam UMC hebben ontwikkeld. Naar verwachting kunnen we die binnen twee jaar gebruiken om de ziekte van Alzheimer in een vroege fase vast te stellen en het verloop ervan beter te volgen. Een belangrijk voordeel is dat bloed prikken voor de patiënt veel minder belastend is dan een hersenvochtonderzoek of een PET-scan. Let wel: dat betekent niet dat we op grote schaal bij mensen gaan testen of ze in de toekomst misschien alzheimer krijgen. Zolang er geen doeltreffende behandeling is, heeft dat namelijk helemaal geen zin.
De meerwaarde van de test zit hem vooral in de voorselectie: bij welke mensen met geheugenklachten moeten we wel een belastend hersenvochtonderzoek doen en bij wie is dat niet nodig? Daarnaast helpt de bloedtest ons om patiënten te selecteren die baat kunnen hebben bij deelname aan wetenschappelijk onderzoek.’
Maatwerk voor iedere patiënt
‘Sinds eind jaren negentig zijn er enkele medicijnen op de markt, die alzheimerklachten enigszins verlichten. Sommige patiënten ervaren een verbetering in denken en herinneren. Helaas geldt dat voor minder dan de helft van alle mensen met alzheimer. Vooraf valt niet te voorspellen wie baat bij de middelen heeft en wie niet.
Beschadigd of verdwenen hersenweefsel met medicatie herstellen kunnen we nog niet. Dat proces is vooralsnog onomkeerbaar. Vandaar dat we met man en macht zoeken naar middelen die de ontwikkeling van alzheimer – en daarmee van de verwoestende effecten van de ziekte – al in een vroeg stadium stoppen om zo permanente schade te voorkomen. Wie de krant leest, denkt misschien dat we daarbij weinig vooruitgang boeken. Niets is minder waar. Voor alle mislukte onderzoeken was achteraf een goede verklaring. Daar leren we van. Momenteel lopen er wereldwijd verschillende veelbelovende studies die ons binnen een paar jaar laten zien of we nu wél op de goede weg zijn. Hopelijk brengen ze ons weer een stap dichterbij een oplossing. Overigens is alzheimer zo complex dat er nooit één pil tegen zal komen. De toekomst ligt in personalised medicine: maatwerk voor iedere patiënt, waarbij je de ziekte op verschillende manieren tegelijk aanpakt. Of het nu over vijf of over vijftien jaar is, we gaan het antwoord vinden.’
Laat je bloeddruk checken
‘Met het ouder worden krijgen we in principe allemaal alzheimereiwitten in ons brein. Maar niet iedereen krijgt daar ook last van. Of dat wel of niet gebeurt, hangt mede af van de conditie van je bloedvaten. Hoe slechter die eraan toe zijn, hoe groter de kans op problemen. Vandaar dat het zo belangrijk is om hart en vaten gezond te houden. Oók om alzheimer te voorkomen. Het bewijs? Dankzij de grootschalige aanpak van hoge bloeddruk, suikerziekte en een hoog cholesterolgehalte is het aantal alzheimerpatiënten de afgelopen jaren iets minder hard gestegen dan verwacht. Door gezond te leven, kun je zelf je risico op alzheimer verlagen. Dat betekent: niet roken, een gezond dieet en gewicht, en voldoende bewegen. Dat heeft altijd zin, ook als je al in de vijftig of zestig bent. Verder doe je er verstandig aan regelmatig je bloeddruk te laten checken. Begin daarmee vanaf je dertigste. Want hoe eerder je een eventuele hoge bloeddruk behandelt, hoe meer schade je voorkomt.’