Dementie Update 2020
Niets is meer zoals het was. De jaarlijkse Dementie Update, editie 2020, kon voor het eerst sinds meer dan 20 jaar niet doorgaan. Aanvankelijk verschoven naar juni hebben we nu besloten het door te laten gaan in gewijzigde en corona-proof, hybride vorm. Na het internationale AAIC congres geheel virtueel te hebben gevolgd, zijn we er wel achter dat een combinatie van live én virtueel aantrekkelijker is dan alleen virtueel. Naar mijn stellige overtuiging zal dit ook de standaard voor de toekomst worden. Een levendiger manier van presenteren dan inspreken van een presentatie op een zolderkamer gecombineerd met een online bereik dat vele malen groter is dan louter live.
De hybride Dementie Update 2020 neemt een aantal actuele thema’s bij de kop. We starten de dag klinisch met aandacht voor een aantal echte klinische vraagstukken: EEG, meten van apraxie (kan dat?) en het beloop van PPA. In het blokje wetenschap krijgt u een update over het microbioom ( booming onderwerp momenteel) en wat u er van moet weten inzake de invloed op het zenuwstelsel. De spreker is wereldberoemd op dit gebied en bekend als pionier van de ‘poeptransplantie’. Verder een update over hoe om te gaan met de ATN classificatie in de praktijk (kan dit wel?) en de meest actuele informatie over de bloed biomarkers voor Alzheimer. Natuurlijk zal ook het thema COVID niet ontbreken: wat weten we over de relatie met de hersenen? Is er specifieke schade? Is het te verwachten dat dementie een lange termijn gevolg zal zijn?
Het blokje onderzoek is dit keer echt heel spannend: nieuws over de trials, nieuws over andere aangrijpingspunten dan amyloid en de stand van zaken omtrent de genetica (elke dag worden er nieuwe genen gevonden). We eindigen traditioneel met het blokje zorg. Hoe om te gaan met niet-Nederlandse migranten, hoe communiceren we de resultaten van al die biomarkers die we nu kunnen bepalen.
Sessie 1
De waarde van het EEG in de kliniek anno 2020
Dr. Willem de Haan (1975) is neuroloog en senior researcher bij Alzheimercentrum Amsterdam. Hij richt zich op het begrijpen van de neurofysiologie van dementie, in het bijzonder het analyseren van EEG en MEG data bij de ziekte van Alzheimer. Hierbij maakt hij gebruik van geavanceerde technieken zoals connectiviteit- en netwerkanalyse en niet-invasieve hersenstimulatie. Een nieuwe ontwikkeling is het inzetten van computermodellen om enerzijds ziekteprocessen en therapie te simuleren, en anderzijds om het verband tussen cellulaire pathologie en afwijkende hersennetwerkactiviteit op grotere schaal te relateren. Ook is hij betrokken bij het ontwikkelen van digitale training op het gebied van klinische neurofysiologie, en verantwoordelijk voor het managen van het VUmc EEG Lab, dat centrale EEG analyse verzorgt bij multicenter farmacologische klinische trials.
ABSTRACT
Veel artsen denken bij het doen van diagnostiek naar cognitieve ziekte niet direct aan het laten vervaardigen van een EEG. Toch kan dit een krachtig instrument zijn, enerzijds om niet-neurodegeneratieve, behandelbare oorzaken van cognitieve klachten uit te sluiten, en anderzijds om beter te kunnen differentiëren tussen verschillende vormen van dementie. In deze presentatie bespreek ik de mogelijkheden en valkuilen van het EEG als diagnosticum.
Sessie 2
The natural course of Primary Progressive Aphasia
Drs. Hulya Ulugut Erkoyun is born in Turkey and has received in 2012 a medical doctor degree in the University of Akdeniz. She then passed the exam for specialization in clinical medicine and started the neurology residency in Izmir Katip Celebi University. In 2019, she was awarded with a scholarship to conduct the research fellowship in the Alzheimer Centrum Amsterdam. Dr. Hülya Ulugut Erkoyun is now a neurologist and a PhD student under the supervision of Dr Yolande Pijnenburg and Prof. Dr. Philip Scheltens at the Alzheimer Centrum Amsterdam, Amsterdam UMC. Her field of interest is challenges in daily practice regarding diagnosis and management of patients with frontotemporal dementia (FTD).
ABSTRACT
Since the diagnostic criteria of primary progressive aphasia (PPA) and its variants were updated in 2011, a few longitudinal studies have explored considering the natural evaluation of the syndrome. Even though its initial clinical and radiological characteristics have been well studied, accompanying cognitive decline, behavioural changes as well as motor dysfunction are relatively neglected in the literature and the entire course of the syndrome from onset to death is still exactly unknown. Therefore, we aim to give an overview of the clinical profile, the progression into other neurodegenerative syndromes and survival of the each subtype of PPA. Our results show that each PPA subtype presents a peculiar cognitive impairment and progression pattern and it cannot be considered a language limited disorder.
Sessie 3
Hoe meet je apraxie eigenlijk?
Dr. Matthijs Biesbroek is neuroloog in het Diakonessenhuis in Utrecht en onderzoeker in de Vascular Cognitive Impairment onderzoeksgroep in het UMC Utrecht. Hij is opgeleid tot neuroloog in het UMC Utrecht en heeft in zijn laatste opleidingsjaar 6 maanden in het Alzheimercentrum Amsterdam gewerkt. Hij is gepromoveerd op de relatie tussen de locatie van vaatschade in de hersenen en cognitief functioneren. Zijn onderzoek richt zich op het identificeren van het anatomisch correlaat van specifieke cognitieve functies en de rol van laesie locatie in vasculaire cognitieve stoornissen, met als doel het ontwikkelen van diagnostische en prognostische modellen.
ABSTRACT
De praxis is de cognitieve component van de motoriek. Apraxie is gedefinieerd als het onvermogen om een complexe of aangeleerde handeling uit te voeren dat niet wordt verklaard door een elementaire stoornis van de motoriek. Er worden verschillende vormen van apraxie onderscheiden, elk met hun eigen cognitief en anatomisch correlaat. Het is voor de klinische differentiaal diagnose belangrijk om deze specifieke vormen van apraxie te onderscheiden en te lokaliseren. Tijdens de presentatie wordt besproken hoe in de spreekkamer kan worden vastgesteld of er sprake is van kinetische apraxie, ideomotore apraxie, ideatoire apraxie, orobuccale apraxie, of spraakapraxie, en waar in de hersenen deze stoornissen gelokaliseerd worden.
> Presentatie Matthijs Biesbroek
Sessie 4
De betekenis van het microbioom voor het centraal zenuwstelsel
Prof. Dr. Max Nieuwdorp
Prof. Dr. Max Nieuwdorp (1977) heeft geneeskunde gestudeerd aan de Universiteit Utrecht en behaalde zijn PhD op het gebied van Diabetes en vaatlijden in het Academisch Medisch Centrum van de Universiteit van Amsterdam. Prof. Nieuwdorp is momenteel hoofd van de afdeling Vasculaire geneeskunde als ook lab Experimentele Vasculaire Geneeskunde aan Amsterdam UMC (120 Fte).
ABSTRACT
Veranderingen in intestinale microbiota worden geassocieerd met afwijkende insulinesecretie. We hebben eerder aangetoond dat fecale transplantatie bij obese patiënten gunstige effecten heeft op de samenstelling en het glucose metabolisme via de fecale Short chain fatty acid (SCFA)-producenten in de ontlasting van de donor. Vervolgstudies suggereren dat dit gunstige effect kan worden verdeeld in responders en non-responders op basis van deze CFA producerende mircobiota-implantatie en nuttige metabolieten Tevens hebben wij laten zien dat FMT bij auto-immuunziekten zoals type 1 diabetes ook gunstige effecten op T-cellen kan veroorzaken. Gecombineerd suggereren onze studies dus dat specifieke ontbrekende darmstammen (SCFA producerende) kunnen worden ontwikkeld als therapeutica voor de behandeling van de menselijke gezondheid, waaronder (auto immuun) ziekten met betrekking tot het centrale zenuwstelsel zoals dementie en multiple sclerose.
Sessie 5
Biomarker diagnostiek van Alzheimer; het ATN framework
Prof. dr. Wiesje van der Flier
Prof. dr. Wiesje van der Flier, neuropsycholoog en klinisch epidemioloog is hoofd van het klinisch onderzoek van Alzheimercentrum Amsterdam. Zij voert het Amsterdam Dementia Cohort aan, een doorlopend geheugenpoli-cohort met >6000 patiënten met rijke fenotypering en gelinkte biobank. Samen met Philip Scheltens schreef zij in 2015 het Alzheimermysterie.
ABSTRACT
Het ATN-framework – toepasbaar in de praktijk?
In 2018 werd onder auspiciën van de NIA-AA het nieuwe research framework voor Alzheimer-diagnostiek gepubliceerd. Het ATN-framework definieert de ziekte van Alzheimer als een biologisch construct. Het is expliciet bedoeld voor de wetenschappelijke setting, maar uiteindelijk is de wetenschap bedoeld om de klinische praktijk vooruit te helpen. Hoe gedraagt het ATN-framework zich in de praktijk? Maakt het de besluitvorming eenvoudiger of juist complexer? Kun je een diagnose wel op basis van biomarkers stellen? Kortom – genoeg food for thought!
> Presentatie Wiesje van der Flier
Sessie 6
Covid-19 & de hersenen
Prof. Dr. Diederik van de Beek
Prof. Dr. Diederik van de Beek is neuroloog in het Amsterdam UMC en hoogleraar neurologische infectieziekten aan de Universiteit van Amsterdam. Hij bestudeert de interactie tussen patiënt en ziektekiemen bij hersenvliesontsteking en Covid-19 en ontwikkelt met deze kennis nieuwe behandelingen. (foto gemaakt door: Bas Uterwijk)
ABSTRACT
De COVID-19-pandemie is van een omvang die sinds de grieppandemie in 1918 niet meer is waargenomen. De belangrijkste klinische presentatie van patiënten met Covid-19 zijn luchtwegklachten, alhoewel er ook sprake kan zijn van gastro-intestinale, dermatologische en neurologische klachten. Op basis van kennis van andere coronavirussen zouden we zeldzame presentaties kunnen verwachten van ziekten van zenuwstelsel veroorzaakt door SARS-CoV-2. Encefalopathie, encefalitis, anosmie en ageusie worden toegeschreven aan directe invasie door SARS-CoV-2. Patiënten met ernstige Covid-19 zijn over-pro-inflammatoir, met endotheel dysfunctie en verhoogde coagulabiliteit waardoor infarcering optreedt in meerdere orgaansystemen. Postinfectieuze immunologisch ziekten zoals het syndroom van Guillain-Barré zijn ook beschreven. Cognitieve stoornissen worden ook beschreven na Covid-19, alhoewel resultaten van systematisch onderzoek nog niet voor handen zijn. In de lezing zal een overzicht gegeven worden van de neurologische complicaties van Covid-19, de implicaties voor de klinische praktijk en potentiële nieuwe therapieën.
> Presentatie Diederik van de Beek
Sessie 7
Nieuwe medicijnen en trials
Dr. Everard (Jort) Vijverberg
Dr. Everard (Jort) Vijverberg is neuroloog in het Amsterdam UMC/Alzheimercentrum Amsterdam en werkt in het Brain Research Center waar hij PI is van meerdere clinical trials op het gebied van Alzheimer en andere aandoeningen. Tevens is hij adviseur op het gebied van trial design voor verschillende instanties. Hij heeft ervaring met meerdere soorten ziekte modificerende medicijnen, zoals monoklonale antilichamen, antisense oligonucleotides en vaccins.
ABSTRACT
Neurodegeneratieve aandoeningen met cognitieve/gedragssymptomen zijn complexe ziektes met verschillende mogelijke aangrijp punten voor ziekte modificerende medicijnen. De meeste onderzoeken zijn tot nu toe negatief of vroeg in de ontwikkeling. Voor de ziekte van Alzheimer echter lijkt aducanumab een positief effect te hebben. Een presentatie over de recente ontwikkelingen van ziekte modificerende medicijnen bij de ziekte van Alzheimer, Lewy Body dementie, PSP en FTD.
Sessie 8
Nieuwe aangrijpingspunten voor therapie
Dr. Rik van der Kant
Dr. Rik van der Kant is neurobioloog bij de Vrije Universiteit Amsterdam en het Amsterdam UMC, locatie VUmc, en doet onderzoek naar de oorzaken van dementie en nieuwe aangrijpingspunten voor medicijnonderzoek. Van der Kant promoveerde oorspronkelijk als celbioloog aan het Nederlands Kanker Instituut-Antoni van Leeuwenhoek ziekenhuis. Na zijn promotie, schoolde van der Kant zich om naar het dementie onderzoek. Hij onderging zijn postdoctorale training in het lab van Larry Goldstein in UCSD (San Diego), waar hij als een van de eerste in de wereld stamcel-technologie toepaste om nieuwe medicijnen voor Alzheimer te ontdekken. De onderzoeksgroep geleid door van der Kant gebruikt deze stamceltechnologie momenteel om de vroege fases van Alzheimer te begrijpen en nieuwe medicijnen te testen.
ABSTRACT
In de zoektocht naar een medicijn voor de ziekte van Alzheimer zijn de meeste inspanningen historisch gericht geweest op het verwijderen van Amyloid-beta uit het brein. Helaas heeft dit tot op heden nog niet geleid tot een medicijn dat het ziekteproces van Alzheimer effectief kan stopzetten of omkeren. Door onderzoek naar genetische risicofactoren zijn in de afgelopen jaren vele nieuwe aangrijpingspunten ontdekt. Hier belichten hoe inzichten over nieuwe aangrijpingspunten, zoals verstoord cholesterol metabolisme in het brein, zich momenteel vertalen naar nieuwe therapieën die momenteel geëvalueerd worden in de kliniek.
> Presentatie Rik van der Kant
Sessie 9
Het onderzoek naar missende erfelijkheidsfactoren
Dr. Sven van der Lee
Dr. Sven van der Lee is arts-onderzoeker aan het Alzheimercentrum Amsterdam. Na een opleiding tot arts in het LUMC in leiden heeft hij een promotieonderzoek gedaan aan het ErasmusMC in Rotterdam. Met zijn promotieonderzoek leverde hij een bijdrage aan de ontdekking van meerdere erfelijke factoren die het risico op de ziekte van Alzheimer beïnvloedden. In het Alzheimercentrum Amsterdam zet hij dit onderzoek voort en probeert daarnaast de bevindingen uit het erfelijkheidsonderzoek toe te passen om de diagnostiek van dementie in de dagelijkse praktijk te verbeteren.
ABSTRACT
De ontwikkelingen in het onderzoek naar erfelijkheid gaan snel en jaarlijks zijn er nieuwe ontdekkingen. In de presentatie zullen de bevindingen van de afgelopen jaren worden samengevat. Hierbij zal worden ingegaan op het verschil tussen monogene oorzaken van dementie, risicofactoren voor dementie en poly genetische risicoscores. En wat heeft de patiënt in de dagelijkse praktijk eraan?
> Presentatie Sven van der Lee
Sessie 10
Communicatie rondom diagnostische biomarkers
Drs. Agnetha Fruijtier & Dr. Leonie Visser
Drs. Agnetha Fruijtier
Agnetha Fruijtier is promovenda bij Alzheimercentrum Amsterdam. Zij heeft neuropsychologie aan de Universiteit van Utrecht gestudeerd. Na haar studie heeft zij ruim ervaring opgedaan bij gevarieerde wetenschappelijke onderzoeken, zowel bij kinderen als volwassenen. In 2017 startte zij haar PhD project, waarbinnen zij zich focust op communicatie tussen arts, patiënt en de naasten op de geheugenpolikliniek. Met haar onderzoek richt zij zich op o.a. informatieprovisie, communicatie rond biomarkers en het risico op het ontwikkelen van dementie. Daarnaast maakt zij zich hard voor de implementatie van deze onderzoeksresultaten in de praktijk, zodat zowel clinici, als patiënten en hun naasten hier gebruik van kunnen maken.
Dr. Leonie Visser
Dr. Leonie Visser is in 2017 gepromoveerd op het gebied van medische communicatie in de oncologische setting. Zij zet zich sindsdien in om het medische communicatie onderzoek ook binnen geheugenpoliklinieken op de kaart te zetten. Leonie vervult hierbij een brugfunctie tussen de onderzoeksgroep Medische Communicatie van de afdeling Medische Psychologie, en het Alzheimercentrum Amsterdam, beide onderdeel van het Amsterdam UMC. Haar streven is om onderzoeksbevindingen te vertalen naar praktische toepassingen en handvatten, en hierdoor de kwaliteit van zorg voor mensen met de ziekte van Alzheimer en andere vormen van dementie te vergroten.
ABSTRACT
Betrokkenheid van de patiënt en diens naaste tijdens het diagnostisch proces in de geheugenpolikliniek is belangrijk, om ervoor te zorgen dat patiënten zorg ontvangen die passend is bij hun behoeften en voorkeuren. Effectieve art-patiënt communicatie is hierbij erg belangrijk. Dit houdt onder andere in dat de patiënt goed geïnformeerd wordt over het proces, diagnostiek, de testuitslagen, diagnose en prognose, en actief deelneemt aan gesprekken met de arts, door voorkeuren uit te spreken, vragen te stellen en indien gewenst mee te beslissen. Wij presenteren onze onderzoeksbevindingen waaruit blijkt wat de voorkeuren en behoeften van patiënten en naasten zijn, en in hoeverre hier in gesprekken met de arts aan tegemoet gekomen wordt. Ook doen we praktische aanbevelingen voor wat de arts kan doen om de patiënt meer te betrekken, en wat patiënten en naasten zelf kunnen doen.
> Presentatie Agnetha Fruijtier & Dr. Leonie Visser
Sessie 11
Dementiediagnostiek bij niet-Westerse migranten inwoners
Dr. Janne Papma
Dr. Janne Papma heeft Neuropsychologie en Neuroscience gestudeerd. Zij is in 2012 gepromoveerd op onderzoek naar functionele neuroimaging markers voor vroege dementie (MCI en FTD). Sindsdien was zij betrokken bij Alzheimercentrum Erasmus MC als postdoc en coördinator. Vanaf 2017 heeft zij een aanstelling als UD/Assistant professor. Haar onderzoek richt zich op persoonsgerichte zorg, waarbij zij diagnostiek en zorg aan wil passen op de patiëntenpopulatie of bijv. symptomen. Sinds 2015 heeft zij de migrantenpoli in het Alzheimercentrum Erasmus MC opgericht, waar zij diagnostiek heeft aangepast.
ABSTRACT
In 2015 heeft Janne Papma een migrantenpoli opgericht in het Alzheimercentrum Erasmus MC. De komende jaren wordt een stijging in het aantal niet-Westerse ouderen met dementie verwacht. Dit hangt samen met vergrijzing van arbeidsmigranten die in de jaren 60/70 naar Nederland kwamen, alsmede met hogere risicofactoren voor dementie binnen deze populatie. Geheugenpoliklinieken in Nederland zijn niet voorbereid op deze stijging in niet-Westerse ouderen, die vanwege een taalbarrière, culturele verschillen, een laag opleidingsniveau of analfabetisme, en geringe kennis over het ziektebeeld, om een andere aanpak vragen. In deze presentatie gaat Janne dieper in op barrières voor dementiediagnostiek, en vertelt zij over de progressie die zij gemaakt heeft de afgelopen jaren in het aanpassen van dementiediagnostiek.
Sessie 12
Biomarkers in het bloed: de laatste stand van zaken
Dr. Argonde van Harten is neuroloog en senior onderzoeker bij het Alzheimercentrum Amsterdam en het Neurochemisch Laboratorium van het Amsterdam UMC, locatie VUmc. Zij richt zich in haar onderzoek onder andere op de vertaalslag tussen het laboratorium en de klinische praktijk voor bestaande en nieuwe biomarkers voor de ziekte van Alzheimer.
Abstract
Met de introductie van een biologische definitie voor de ziekte van Alzheimer groeit ook het belang van biomarkers. De gevestigde biomarkers voor de ziekte van Alzheimer zijn invasief (liquor diagnostiek) of duur (PET scans) en vaak niet breed beschikbaar. Biomarkers in bloed hebben de potentie om deze tekortkomingen op te lossen. Mede door verbeterde meettechnieken lijkt een toekomst waarin ze deze potentie ook waar kunnen maken steeds dichterbij te komen. Ik neem u mee door een overvloed aan recente studies naar de waarde van biomarkers in bloed voor de ziekte van Alzheimer. Met als losse leidraad het ATN framework bespreek ik enkele van de ‘usual suspects’, zoals amyloid-beta42 en gehyperphosphoryleerd tau, maar ook een aantal andere veelbelovende markers. Het zal hierbij vooral gaan over de (differentiaal) diagnostische waarde en de relatie tussen bloed biomarkers en andere methoden om Alzheimer pathologie aan te tonen.