Promotie Anne Hafkemeijer: Verschillen in dementie onderscheiden met hersenscans
Datum: 26 mei 2016Met geavanceerde beeldtechnieken weet neurowetenschapper Anne Hafkemeijer twee vormen van dementie van elkaar te onderscheiden. Hafkemeijer zet daarmee een eerste stap naar vroege herkenning bij de patiënt met dementie op basis van hersennetwerken. Zij promoveert 26 mei aan de Universiteit Leiden op onderzoek gefinancierd door het Nationaal Initiatief Hersenen en Cognitie.
Vroege diagnose stellen
In haar promotieonderzoek bestudeerde Hafkemeijer met MRI-scans veranderingen in hersennetwerken bij veroudering en dementie. Daartoe heeft de promovenda zowel de structuur als de functie van die hersennetwerken onderzocht. Want hoe zien die hersenen er precies uit en hoe verandert de functie eigenlijk bij ouderen en mensen met dementie? Voorheen bekeek men voornamelijk afzonderlijke gebieden in het brein. Maar cognitieve functies, zoals het geheugen, liggen niet in één hersengebied. Omdat die functies het resultaat zijn van samenwerken tussen hersengebieden, is juist het bestuderen van hersennetwerken zinvol. De onderzoeksresultaten helpen om onderscheid te kunnen maken tussen verschillende vormen van dementie. Vroegtijdig een juiste diagnose stellen is van belang voor de patiënt, zijn omgeving, het behandelplan en de prognose.
Geavanceerde technieken gebruiken
Hafkemeijer is gespecialiseerd in methodologie en statistiek van de psychologie en ze deed haar onderzoek in samenwerking met het LUMC, het Amsterdamse VUmc en het Erasmus MC Rotterdam. ‘Elke specifieke vorm van dementie heeft zijn eigen ziekteverloop met bijbehorende symptomen’, legt Hafkemeijer uit. Ze onderzocht twee vormen. ‘Bij de ziekte van Alzheimer gaat voornamelijk het geheugen achteruit. Bij frontotemporale dementie wordt het voorste gedeelte van de hersenen aangetast. Hierbij zijn juist veranderingen in het gedrag te zien. Wij hebben nieuwe geavanceerde beeldtechnieken gebruikt om deze verschillen in de hersenen aan te tonen.’
Verschillen in dementie lastig te onderscheiden
Hafkemeijer verduidelijkt: ‘Hoewel elke vorm van dementie zijn eigen symptomen kent, is er veel overlap tussen de symptomen. We wilden door middel van hersenscans bestuderen of de hersennetwerken van elkaar verschillen bij deze twee vormen. Het is voornamelijk vroeg in de ziekte lastig de verschillende vormen te onderscheiden. Daarom is het op dit moment ook niet mogelijk een vroege diagnose juist te stellen.’
Dementiepatiënten individueel indelen
Door het onderzoek is op basis van hersenscans de groep Alzheimerpatiënten goed te onderscheiden van de groep met frontotemporale dementie. Individuele herkenning is nog niet altijd mogelijk. Hafkemeijer ziet de onderzoeksresultaten als een eerste opstap naar een individuele indeling van dementie en een eerdere diagnose van dementiepatiënten. Ze gaat deze geavanceerde beeldtechnieken binnenkort verder in de praktijk toepassen, door hersenonderzoekers binnen de Universiteit Leiden, het Leids Institute for Brain and Cognition en het LUMC te adviseren en ondersteunen bij hun MRI-onderzoek en analyses.