Promotie Nienke Scheltens | Subtypes van de ziekte van Alzheimer
Datum: 16 december 2019De ziekte van Alzheimer, de meest voorkomende oorzaak van dementie, wordt gekenmerkt door verlies van cognitieve functies. Cognitieve functies zijn de hogere hersenfuncties zoals geheugen, taal en ruimtelijk inzicht. Bij alzheimer denken de meeste mensen aan verlies van geheugenfunctie, echter dit verlies kent veel variatie. Bij een deel van de patiënten begint de ziekte juist met klachten van andere cognitieve functies dan het geheugen.
Nienke Scheltens heeft onderzoek gedaan naar verschillende cognitieve subtypes van de ziekte van Alzheimer. Ze heeft hiervoor naar de neuropsychologische testscores van grote groepen patiënten gekeken met speciale analysetechnieken. Naast specifieke cognitieve profielen vond Scheltens dat de subtypes verschillen in o.a. leeftijd waarop klachten ontstaan, de plaatsen in de hersenen waar de ziekte zich uit in hersenkrimp (atrofie), de snelheid waarin patiënten verder cognitief verval vertonen en het risico op overlijden in de jaren na diagnose.
Voor de patiënt van nu is dit onderzoek naar subtypes belangrijk om alzheimer zo vroeg mogelijk te kunnen herkennen, ook bij een minder klassiek beloop van de ziekte. Tot op heden wordt de ziekte met een minder typisch beloop vaak niet, of te laat, herkend. Daardoor missen patiënten met alzheimer de juiste begeleiding. Ook worden ze vaak tevergeefs voor een verkeerde diagnose (zoals burn-out of depressie) behandeld. Voor de patiënt van morgen kan met de inzichten van dit onderzoek gewerkt worden aan de ontwikkeling van een effectieve therapie op maat.
Naast bovengenoemd onderzoek heeft Scheltens een medische trial verricht waarin werd gekeken naar het effect van een medische voeding op de hersenactiviteit bij patiënten met beginnende alzheimer; de NL-ENIGMA studie.
PROMOTIE
Tijd: 17 december 2019, 13.45 uur
Locatie: Aula, hoofdgebouw Vrije Universiteit
Titel: Understanding heterogeneity in Alzheimer’s disease: A data-drive approach
Promotoren: prof.dr. W.M. van der Flier & prof. dr. B.N.M. van Berckel
Copromotor: prof.dr. Ph. Scheltens & dr. B.M. Tijms