Rik Ossenkoppele in tijdschrift Janus
Datum: 5 maart 2020Deze maand staat onderzoeker Rik Ossenkoppele met een interview in Janus, het populair-wetenschappelijke tijdschrift van Amsterdam UMC
Tekst: Irene van Elzakker
Een grote sprong voorwaarts
Eigenlijk wilde Rik Ossenkoppele gym-leraar worden. Maar op de Sportacademie sijpelde het besef door: “Dit ga ik niet mijn hele leven doen.” Zijn fascinatie voor de hersenen bracht hem via een studie neuropsychologie naar het Alzheimercentrum van Amsterdam UMC. Tijdens een stage kwam hij er in contact met mensen met dementie, die door een divers specialistenteam worden gezien. “De meesten gaan langzaam achteruit, waardoor ze bewust meemaken dat het misgaat. Die confrontatie met een falend brein vind ik erg aangrijpend.” Inmiddels werkt de neurowetenschapper alweer tien jaar in het Alzheimercentrum, en sleepte hij de nodige subsidies en prijzen in de wacht, zoals onlangs op een congres in Miami. Tot zijn grote verrassing kenden vakgenoten hem de Christopher Clark Award toe, een oeuvreprijs. “Die gaat naar gerenommeerde senior-onderzoekers. Ik had niet verwacht in dat rijtje te mogen staan.”
”Eerste de ziekte vertragen, daarna genezen.”
Afgelopen decennium maakte zijn vakgebied een enorme sprong vooruit. “Vroeger kon je pas na het overlijden van de patiënt in de hersenen kijken wat er aan de hand was. Maar nu kunnen we de twee herseneiwitten die bij alzheimer betrokken zijn met een PET-scan zichtbaar maken. Dat helpt om het ziekteproces beter te begrijpen. Ook zien we wat medicatie doet in de hersenen en of het zinvol is om die te geven.” Het einddoel is voor Ossenkoppele zonneklaar: “De ziekte genezen. Ik ben 38, dat verwacht ik nog mee te maken tijdens mijn loopbaan. Het zal in stapjes gebeuren: eerst de ziekte vertragen, daarna genezen. We weten nu zo veel meer dan tien jaar geleden, dat moét wel iets opleveren.”
Bron: Janus, 2020